Door Harry Stijger
Dinsdag 14 oktober om 9.30 uur vertrokken wij in een kleine bus met negen personen naar het KNMI in De Bilt. Daar wachtte Arnoud Ammerlaan ons op en nadat wij voorzien waren van een batch en een kopje koffie bracht hij ons naar 'het heilige der heiligen'; een lokaal waar vier personen achter ieder zestien schermen het weer in de gaten houden.
Dinsdag 14 oktober om 9.30 uur vertrokken wij in een kleine bus met negen personen naar het KNMI in De Bilt. Daar wachtte Arnoud Ammerlaan ons op en nadat wij voorzien waren van een batch en een kopje koffie bracht hij ons naar 'het heilige der heiligen'; een lokaal waar vier personen achter ieder zestien schermen het weer in de gaten houden.
Het instituut voorziet het algemeen publiek, de overheid, de lucht- en de scheepvaart 24 uur per dag van weerberichten en waarschuwingen. Bijvoorbeeld voor wind, storm, gladheid, mist of voor uitzonderlijk weer dat kan leiden tot overlast of gevaar. Dreigt het extreem te worden, dan geeft het KNMI een Weeralarm uit, een ernstige waarschuwing waarin nadrukkelijk wordt gewezen op mogelijke risico’s en gevolgen.
Naast de algemene weerberichten maakt het KNMI ook specifieke verwachtingen voor de lucht- en scheepvaart. De maritieme meteorologen verzorgen de wind- en stormwaarschuwingen en maken verwachtingen van waterstanden, golven, getij en deining. De luchtvaartmeteorologische dienstverlening richt zich naast de grote luchtvaartmaatschappijen op zweefvliegers, ballonvaarders en de kleine luchtvaart.
Wij werden hierover uitgebreid geïnformeerd door de medewerker die de luchtvaartmeteorologie onder zijn beheer had. Vervolgens gingen we naar het museum en werd ons iets verteld over de historie van het KNMI.
Het KNMI werd op 31 januari 1854 officieel opgericht bij koninklijk besluit van Koning Willem III. Het initiatief tot oprichting van het KNMI ging uit van meteoroloog Buys Ballot. Aanvankelijk liep men er niet erg warm voor, maar het positieve besluit werd voornamelijk ingegeven door het nut van weersinformatie voor de scheepvaart.
Als eerste hoofddirecteur koos hij de sterrenwacht Sonnenborgh in Utrecht als locatie. Toen bij metingen van met magnetisch veld daar aanvankelijk onverklaarbare afwijkingen bleken te ontstaan van 11.00 tot 13.00 uur en men ontdekte dat de oorzaak daarvan was dat dames met ijzeren kinderwagens dan langsliepen, verhuisde het in 1897 naar De Bilt, waar het ook nu nog gevestigd is.
In het museum waren veel oude meetinstrumenten en ook documenten te zien. Daarna bezochten wij het computercentrum, dat het op een na grootste van Nederland is. Onder het gebouw van het KNMI is ook een schuilkelder gevestigd, waar wij een kijkje mochten nemen.
Na een heerlijke lunch bezochten we het Datacentrum, dat geheel is gedigitaliseerd en waar alle waarnemingen in tweevoud worden opgeslagen. Het KNMI Data Centrum (KDC) faciliteert toegang tot weer-, klimaat- en seismologische datasets van het KNMI. Het datacentrum is in ontwikkeling en data wordt continu aangevuld.
Als laatste mochten wij nog een kijkje nemen op het veld, waar veel meetinstrumenten staan en van waaruit dagelijks om 24.00 uur een ballon met een meetinstrument wordt opgelaten en dat dan tot op 25 kilometer hoogte metingen verricht.
Om 16.00 uur waren we weer op het kerkplein, na een erg interessante dag, waarin we veel te zien en te horen kregen over de werkzaamheden van het KNMI.
Leny van Leeuwen
Naast de algemene weerberichten maakt het KNMI ook specifieke verwachtingen voor de lucht- en scheepvaart. De maritieme meteorologen verzorgen de wind- en stormwaarschuwingen en maken verwachtingen van waterstanden, golven, getij en deining. De luchtvaartmeteorologische dienstverlening richt zich naast de grote luchtvaartmaatschappijen op zweefvliegers, ballonvaarders en de kleine luchtvaart.
Wij werden hierover uitgebreid geïnformeerd door de medewerker die de luchtvaartmeteorologie onder zijn beheer had. Vervolgens gingen we naar het museum en werd ons iets verteld over de historie van het KNMI.
Het KNMI werd op 31 januari 1854 officieel opgericht bij koninklijk besluit van Koning Willem III. Het initiatief tot oprichting van het KNMI ging uit van meteoroloog Buys Ballot. Aanvankelijk liep men er niet erg warm voor, maar het positieve besluit werd voornamelijk ingegeven door het nut van weersinformatie voor de scheepvaart.
Als eerste hoofddirecteur koos hij de sterrenwacht Sonnenborgh in Utrecht als locatie. Toen bij metingen van met magnetisch veld daar aanvankelijk onverklaarbare afwijkingen bleken te ontstaan van 11.00 tot 13.00 uur en men ontdekte dat de oorzaak daarvan was dat dames met ijzeren kinderwagens dan langsliepen, verhuisde het in 1897 naar De Bilt, waar het ook nu nog gevestigd is.
In het museum waren veel oude meetinstrumenten en ook documenten te zien. Daarna bezochten wij het computercentrum, dat het op een na grootste van Nederland is. Onder het gebouw van het KNMI is ook een schuilkelder gevestigd, waar wij een kijkje mochten nemen.
Na een heerlijke lunch bezochten we het Datacentrum, dat geheel is gedigitaliseerd en waar alle waarnemingen in tweevoud worden opgeslagen. Het KNMI Data Centrum (KDC) faciliteert toegang tot weer-, klimaat- en seismologische datasets van het KNMI. Het datacentrum is in ontwikkeling en data wordt continu aangevuld.
Als laatste mochten wij nog een kijkje nemen op het veld, waar veel meetinstrumenten staan en van waaruit dagelijks om 24.00 uur een ballon met een meetinstrument wordt opgelaten en dat dan tot op 25 kilometer hoogte metingen verricht.
Om 16.00 uur waren we weer op het kerkplein, na een erg interessante dag, waarin we veel te zien en te horen kregen over de werkzaamheden van het KNMI.
Leny van Leeuwen